Stel dat we elkaars gedachten konden zien, schreef ik in een blog die ik postte in januari van dit jaar: ‘Hoofden van glas’. Mijn conclusie was: wat zouden we veel van onszelf in elkaar herkennen.
Nu las ik dat de Amerikaanse psycholoog Nicholas Epley ook op zo’n maf idee kwam en een onderzoek deed onder vijfhonderd Amerikanen met de vraag: in welk hoofd zou je willen kijken als je een brainoscope had waarmee je glashelder kon zien wat die ander dacht, en wat zou je willen weten?
Wat bleek? De meeste mensen wilden het liefst weten wat hun nearest and dearest dachten, hun intimi, collega’s en buren. En wat ze het liefst wilden weten, was hoe die mensen dachten over hen.
We kijken voortdurend in spiegels – niet alleen in de badkamer, maar ook in de ogen van anderen. Wat vind jij van mij? Zou het waar zijn wat je vindt? Het pijnlijkste antwoord is natuurlijk een lege blik. “Ik vind niets van jou want ik ben niet geïnteresseerd.” Als je daarmee geconfronteerd wordt, moet je sterk in je schoenen staan want de natuurlijke reflex is om te geloven dat je ‘dus’ niet belangrijk bent. (Daarom hebben emotioneel verwaarloosde kinderen grote moeite zelfvertrouwen en zelfrespect op te bouwen. Dat lukt meestal pas als er anderen zijn geweest, geliefden, therapeuten of een goeroe, die wel naar ze keken met liefde in hun blik.)
Zodra je merkt of vermoedt dat iemand iets van je vindt, wordt het interessant. Klopt het? Ben ik werkelijk wat die ander in mij ziet? Zo stom of zo leuk? We zijn er maar druk mee. Het wordt een waar spiegelpaleis, want die anderen zijn op hun beurt ook vooral geïnteresseerd in wat wij van hen vinden.
Dat is net zoiets, vind ik, als astronomen die andere planeten interessanter vinden naarmate ze meer op onze eigen Aarde lijken. Het stond laatst ook weer in de Volkskrant (Sir Edmund, 22 april): “Astronomen verrukt over nieuwe aarde-achtige planeet.” Het heeft me altijd verbaasd: waarom is het meest opwindende het idee dat er nog een planeet zou kunnen bestaan die op de onze lijkt? We hebben toch al een Aarde? Als je de Aarde zo interessant vindt, kijk dan naar die grote bol onder onze voeten.
En als je jezelf zo interessant vindt, kijk dan naar jezelf. Natuurlijk zijn we altijd op zoek naar onszelf. We voelen intuïtief aan dat diep in onszelf de oplossing ligt van alles. Het antwoord op alle vragen. Het leven zelf. En God. Misschien zijn we pas volwassen als we geleerd hebben naar onszelf te kijken zonder die spiegel van de blik van de ander nodig te hebben…
Maar zover ben ik nog niet, hoor. Wat vind je van deze column?