Wat zijn we rijk!

Laatst maakten we een ‘stationstocht’ per trein, mijn man en ik. Halfhartig had ik ingestemd met zijn plan – was dit niet typisch iets voor ingedutte stelletjes, met de trein rondtoeren door Nederland? Had ik niet heel veel spannender en dringender dingen te doen? (Werken, website bijhouden, belangrijke boeken lezen, nog meer werken, dat soort dingen…) Maar wat bleek het interessant.

Eerst treinden we naar Utrecht en daar gingen we koffie drinken met uitzicht op de grote stationshal. Direct zagen we dat er iets gaande was, recht onder onze snufferd: een soort mini-flashmob. Twee mannen en twee vrouwen bewogen zich gestileerd door de hal, trokken bijvoorbeeld alle vier tegelijk hun mobieltje uit hun zak en bestudeerden het, liepen op elkaar af alsof ze elkaar net ontmoetten en namen afscheid, draaiden zich om, zetten alle vier tegelijk hun tas op de grond… We keken gefascineerd toe. Er zat een grappig soort schoonheid in hun synchrone bewegingen. En hoorde dat dunne meisje dat uitvoerig gefotografeerd werd door die man met statiefcamera nou bij de performance of niet? Ik dacht: wat zijn we rijk in Nederland, als mensen de tijd nemen om zoiets dat eigenlijk helemaal nutteloos is en alleen maar ‘leuk’, in te studeren en op te voeren in de publieke ruimte.

Gister stond er een stukje over in de Volkskrant: het bleek de performance How can we know the dancer from the dance? te zijn van Sander Breure en Witte van Hulzen, besteld door de Stichting Kunst in het Stationsgebouw. Ze waren expres begonnen zonder aan de grote klok te hangen wat ze deden, zodat mensen het zelf konden ontdekken.

Daarna spoorden we naar Den Haag en genoten van prachtig pianospel – op elk groot station vind je tegenwoordig zo’n grote piano met Speel me! erop. Door naar Rotterdam en daar vielen we met onze neus in de festivalboter: in de stationshal speelde een bandje van piepjonge jongens enorm energiek en enthousiast in het kader van het North Sea Round Town Festival en verderop dreunde de stad van de ritmes vanwege het Keti Koti festival in park Het Oude Westen. De enorme Markthal hadden we ook nog niet gezien, met zijn muurschilderingen en kleurrijke kramen – zie foto boven dit blog.

De nieuwe stations zelf waren trouwens erg mooi. Arnhem hebben we inmiddels ook bewonderd en die vonden we nog het leukst, met zijn organische ronde vormen. Bijna een beetje Hundertwasser – de man die zei: “De rechte lijn is goddeloos en amoreel.”

Wat een welvaart, wat een hoop gigantische koop- en eet- en drink- en feestpaleizen hebben we toch. Wat een permanent feest is ons leven hier.

Geef een reactie