Ik draaide mijn autootje uit een parkeerplek de straat op, het ging wat onhandig, een andere auto moest even op me wachten en de bestuurder riep iets naar me met een boze stem.
“Wat zegt hij?” vroeg mijn kleindochter naast me.
“Iets met éér erin,” zei ik. “Misschien: je doet het verkéérd?”
“Of: ik was éérder,” zei ze.
Dat kon ook. Iets met eer. Veel mensen denken dat ze hun eer redden, voor zichzelf opkomen, door iets bozigs te roepen. Door kritiek te uiten.
Niet alleen op straat.In het bestuur van mijn nutstuinvereniging ging het gesprek laatst over de vele kritiek die sommige tuinders hebben. Dit is niet goed, en dat niet, en waarom zus, en kan het niet beter zo. Dat snapte een medebestuurslid niet: zien ze niet hoe wij ons best doen?
“Ik denk dat ze het idee hebben dat ze juist goede, betrokken tuinders zijn als ze zich kritisch opstellen,” zei ik.
Hm, ja misschien.
Een cliënt vertelde me dat ze een vriendin aan het kwijtraken was. Ze had gemerkt dat de vriendin minder belangstelling had voor haar, misschien niet zo gek in de nieuwe levensfase waar ze allebei in zaten, maar het deed pijn. Ze had de vriendin dus verteld dat ze zich verwaarloosd voelde.
“En, hielp het, is de vriendschap weer hersteld?” vroeg ik.
“Nee,” zei ze.
Het is echt iets van onze tijd: grieven uiten. Laten horen dat we het er niet mee eens zijn. Want we zijn assertief, geen losers die over zich heen laten lopen.
Maar voor jezelf opkomen is niet hetzelfde als kritiek uiten of verwijten maken. Het is ook niet hetzelfde als je nood klagen, boze dingen roepen naar elkaar, of de wereld verdelen in wij en zij, in goed en fout.
Voor jezelf opkomen is goed voor jezelf zorgen.
Alleen maar dat.
Voor mijzelf zorgen betekent: mijn eigen behoeftes serieus nemen en zo mogelijk vervullen zonder anderen schade toe te brengen. Als dat niet kan: mezelf ondersteunen in mijn onvervulde behoeftes.
Niet bang zijn voor mijn eigen schaduw en mijn emoties onderzoeken.
De anderen, de mensen die deze emoties oproepen, zijn niet zo belangrijk. Wat me raakt, is een signaal: welk laatje oude pijn wordt nu in mij opengetrokken, en hoe kan ik mezelf hierin bijstaan?
Die man op straat hoefde maar een paar seconden te wachten; er gebeurde niets ergs. Hij had zich beter kunnen afvragen: waar komt die toch ergernis vandaan als ik even moet wachten voor een onhandige medeweggebruiker? Misschien uit de tijd dat ik een machteloos kind was en veel over me heen moest laten gaan?
Bij de ontevreden tuinders zal iets dergelijks spelen – ze voelen zich tekortgedaan, ongetwijfeld omdat ze dat vroeger ooit waren, en die haakjes zijn blijven hangen in hun ziel.
En mijn cliënt – zo bleek uit ons gesprek – had verlatingsangst opgedaan aan pijnlijke gebeurtenissen in haar jeugd. Het hielp om dat bewust te maken.
Waarom is dat genoeg? Het is toch lekker om je emoties af te reageren?
Zeker, als er woede in de spieren en het bindweefsel van je armen ligt opgeslagen is het heilzaam en bevrijdend om hard met een mattenklopper of een halve zwemnoodle op een kussen te slaan, bijvoorbeeld. Als je angst van vroeger in je lijf hebt zitten, lucht het op om te rillen, te bibberen en te trappelen. Als verdrongen verdriet voelbaar wordt, zijn tranen smeltwater.
Maar andere mensen zijn geen vuilnisbakken voor onze negativiteit. En boze kritiek uiten helpt niet echt; het bevestigt alleen maar de oude pijn, zet die nog vaster, maakt de donkere bal in je ziel harder en hardnekkiger.
Maar je moet toch zorgen dat je niet opnieuw gekwetst of geërgerd wordt?
Ja, precies, en dat doe je juist het best door de oude pijn in jezelf bewust te maken. Want zolang er pijn, frustratie, trauma of onvrede in je onderbewuste vastzit, zul je altijd gebeurtenissen en mensen naar je toe trekken die dat aanraken, omhoog woelen. Omdat gevoelens bewust gemaakt willen worden, gevoeld.
Als je daarentegen dit innerlijke werk doet, telkens weer opnieuw, geduldig, toegewijd en met eindeloze zelfcompassie, merk je dat je de wereld om je heen anders gaat ervaren: harmonieuzer, vriendelijker.
Vanzelf.
Uit het taoïsme komt het verhaal van de lege boot. Als je in een bootje zit en een ander bootje botst tegen je aan met een persoon erin, word je waarschijnlijk boos op die persoon: dat is een sufferd die niet uitkijkt.
Maar stel je nou eens voor dat er een lege boot tegen jouw boot aanbotst. Word je dan ook boos? Nee, natuurlijk niet, er is niemand om boos op te worden, die boot is per ongeluk afgedreven of zo, dus ga je gewoon aan de slag om het probleem op te lossen.
Alleen maar dat.
Welnu, zeggen de taoïsten, je kunt mensen die je iets aandoen ook maar het beste zien als lege boten. Los het probleem op, zorg goed voor jezelf, maar verspil geen energie aan boosheid of wrok.
Adem bewust langzaam en licht, tot je weer kunt doorrijden. Geniet van je tuin binnen de beperkte mogelijkheden. Zoek nieuwe vriendinnen.
“Nou ik word ook boos op mijn keyboard als die het niet doet,” zei een andere cliënt van me, aan wie ik het verhaal van de lege boot vertelde. “Ik zou zéker boos worden op een lege boot.”
Ik had er net over willen beginnen dat we volgens spirituele leermeesters allemaal één zijn, er is maar één IK in het universum en dat ben IK, de IK die ook in jou is, want ik ben jou in een andere tijd, en echt opkomen voor mezelf kan dus alleen als ik tegelijkertijd opkom voor alle anderen…
Maar ik zweeg verbluft.
Want ja, dat kan natuurlijk ook, boos worden op keyboards en lege boten.
Die optie heb je.
|
“Voor jezelf opkomen is niet hetzelfde als kritiek uiten of verwijten maken. Het is ook niet hetzelfde als je nood klagen, boze dingen roepen naar elkaar, of de wereld verdelen in wij en zij, in goed en fout.
Voor jezelf opkomen is goed voor jezelf zorgen.
Alleen maar dat.”
Zo mooi geschreven en zo waar. Het is gemakkelijk om je vuilbak leeg te kieperen bij anderen, maar word je daar nu zelf beter van? Je blijft zelf nog altijd met die lading van frustratie zitten EN je gooit een deel van de lading gewoon in het rond bij anderen… Pure emotionele vervuiling die niemand verder helpt, integendeel. Mijn ouders zijn mensen die dat constant gedaan hebben en nog steeds doen. Als ik nu naar ze kijk, zijn ze nu 77 en 73, en zie hoe verbitterd ze zijn geworden. Ik was te gevoelig, te dit, te dat. Eigenlijk ben ik hen dankbaar dat ze mij laten zien dat het uitkiepen van hun lading op anderen hen echt niet beter hebben gemaakt. Al die jaren heb ik geleerd om meer en meer aan mijzelf te werken om uiteindelijk goed voor mijzelf te kunnen zorgen. En als ik dan nu naar mijn eigen kinderen kijk en zie wat voor relatie we hebben, dan weet ik dat ik het juiste pad aan het volgen ben.
Dankjewel Lisette voor de geweldige blogs die je schrijft. Ook heb ik al een groot deel van je boeken gelezen. Telkens als ik iets van je lees heb ik altijd het gevoel dat je mijn persoonlijke leven zo goed kent terwijl we elkaar nog nooit ontmoet hebben. Ik hou van jouw schrijfstijl. Dankjewel. Liefs, Hilde